Ja, geef maar toe! Als jurist ben je een perfectionist. Je blijft maar slijpen aan punten en komma’s in teksten, formuleringen bijwerken, uitspraken erbij zoeken, enzovoorts. Eindeloos. Bang om fouten te maken en afgerekend te worden door klanten of nog erger: de Raad van State. Als je regels voor een omgevingsplan wil maken, bijvoorbeeld een basiscasco met regels moet vullen voor een omgevingsplan, begeef je je op glad ijs. Je bent aan het leren, aan het oefenen en je maakt fouten. Heel eng! Hoe ga je daar mee om? Ik geef als jurist toe dat het een langzaam proces is. Al enige jaren volg ik regelmatig modules bij bouwkunde en stedenbouwkundige opleidingen. Ik vind leren erg leuk en belangrijk. Je komt er ook achter dat je ook heel veel niet weet en dat dat helemaal niet erg is. Als je open staat voor kritiek – ook heel moeilijk – en meningen van anderen of nieuwe leerstof gaat opnemen, gaat de wereld er heel anders uitzien: je begeeft je op onbekend terrein en dat maakt onzeker. Maar het wordt ook veel leuker! Op deze manier ben ik twee jaar geleden ook begonnen met de reis van de Omgevingswet.
De ontdekkingstocht van de Omgevingswet is een grote reis met veel onzekerheden. Dit geldt ook voor het maken van een omgevingsplan. Bijvoorbeeld bij het ontwerpen van regels en het vullen van een casco bij een omgevingsplan voor een gemeente. Alles staat op zijn kop: je neemt je ervaring uiteraard mee, maar de werkwijze van de Omgevingswet (Ow) en het DSO is anders dan je gewend bent. Ik zie de Ow als een groot ICT-project waar op den duur steeds minder mankracht voor nodig is. Vooral ‘old school’ juristen zijn gewend aan papier, pdf-jes en ruimtelijkeplannen.nl. Ook via dat laatste kunnen we alle regels van het betreffende bestemmingsplan zien (en controleren). Ook de herzieningen. Veel stedenbouwkundige bureaus werken ook in ruimtelijkeplannen.nl met pdfjes, vaak toelichtingen. Toelichtingen van bestemmingsplannen vinden juristen ook heel belangrijk: de kaartjes moeten perfect zijn, de regelafstand, titels van paragrafen, enzovoorts. Dat alles moet je nu loslaten! Ook voor juristen bij gemeenten is die rol erg wennen, gewend als ze zijn om plannen van stedenbouwkundige bureaus te controleren op vaak futiliteiten. Zelf iets maken is namelijk iets heel anders dan een ander beoordelen en aan de zijkant staan.
Het DSO is eigenlijk een grote ICT-bibliotheek waar van alles inhangt wat voor het menselijke oog niet zichtbaar is. Simpel gezegd: met het invullen van vragenbomen kan de initiatiefnemer straks op het scherm in één oogopslag zien wat voor de betreffende locatie geldt. Voor een jurist een grote blackbox. Hoe kun je meedoen als jurist? Door nu al op een laagdrempelige manier te oefenen met het maken van teksten voor regels voor een omgevingsplan. Begin voor jezelf met een klein gebiedje, pak een rol kalkpapier bij je stedenbouwkundige collega’s en trek een lijn om het betreffende gebied. Zo, het begin is er! Nu ga je allerlei vragen op een rijtje zetten: wat wil de gemeente op grote lijnen in dit gebied? Nieuwe ontwikkelingen of behoud van het huidige gebied? Wat voor gebied is het? Is er beleid voor dit gebied? Wat geven de geldende bestemmingsplannen aan? Zet dit in hoofdlijnen op papier.
Het hoeft niet perfect te zijn. Creativiteit en spelen staan voorop. Alles staat open! Gek? Helemaal niet, juristen zijn het alleen niet gewend, angst voor fouten. Pak het casco van de VNG erbij als basis. Hier kun je van alles aan veranderen: het is geen blauwdruk, maar een goede basis om als jurist mee te beginnen. Zijn er grote verschillen in het gebied? In welk opzicht? Vervolgens maak je verschillende regels en hang je die onder werkingsgebieden. Die werkingsgebieden teken je ook op papier en oefen. Gooi weg of ga ermee door. Door elke dag iets te doen, bij te schaven en fouten te maken op een laagdrempelige manier kom je erachter hoe leuk het is en ga je de onderliggende systematiek beter begrijpen. Ga niet alleen handreikingen lezen of MvT-en, maar ga ook tekenen. Een werkingsgebied teken je zo en je hangt er wat regels onder. Door in laagjes te werken en het kalkpapier over elkaar te leggen, kom je er achter hoe het in principe ook werkt in het DSO. Klinkt ongeloofwaardig of onprofessioneel? Ga het eens uitproberen, durf fouten te maken, laat je perfectionisme los en geniet en leer elke dag bij. Je werk wordt een stuk leuker!