Eén omgevingsplan is een illusie!

Elke gemeente heeft van 1 januari 2024 één omgevingsplan. Eindelijk zijn we af van de lappendeken van plannetjes en chaos. We houden onszelf graag voor de gek. De mens houdt nu eenmaal van overzicht en helderheid in een chaotische wereld.

De Omgevingswet (Ow) geeft in artikel 2.4 aan: “De gemeenteraad stelt voor het gehele grondgebied van de gemeente één omgevingsplan vast waarin regels over de fysieke leefomgeving worden opgenomen”.

Dit is een juridische fictie, zeg maar de juridische werkelijkheid. Iedereen die bij een gemeente werkt, bij een afdeling ruimtelijke ordening, weet het al lang: de inkt van het bestemmingsplan was nog niet droog of de eerste wijzigingen moesten al worden doorgevoerd:

  • maximale bouwhoogte van woningen achteraf toch te krap
  • regels over minimale percentages sociale woningbouw zijn te knellend
  • enzovoorts

Deze praktijk verandert echt niet vanaf 1 januari 2024. De dagelijkse praktijk in de bouw en ruimtelijke ordening is weerbarstig.

Waarom trappen we er dan telkens weer in? Dat is wensdenken. De illusie van een gladgestreken tafelkleed dat in stand blijft na het diner.

Hoe gaan we dan praktisch om met artikel 2.4 Ow? Hoe gaan we één omgevingsplan bereiken? Ook al is het fictief. Er zit een juridische deel aan vast en een gedeelte wordt bereikt via de software.

Vanaf 1 januari 2024 heeft elke gemeente een tijdelijk deel omgevingsplan. Aan het nieuwe deel moet worden gewerkt. Het is de bedoeling van de wetgever dat het tijdelijk deel steeds kleiner wordt, en het nieuwe deel steeds groter.

Om dit te bereiken heeft de wetgever bepaald in artikel 22.6 Ow dat de ruimtelijke regels voor een locatie alleen alle tegelijk komen te vervallen. Dit zijn de ruimtelijke regels die staan genoemd in artikel 4.6 Invoeringswet Ow, zoals bestemmingsplannen. Vanwege het rechtszekerheidsbeginsel lijkt dit ook wel logisch. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat voor een locatie een deel van het tijdelijk omgevingsplan komt te vervallen en het andere deel voor die locatie niet. Dat geeft rechtsonzekerheid. De raad moet die regels dan ook intrekken. Je kunt hier meer over lezen in TK 2017-2018, 34 986, nr. 3 en meer recent Stb. 2023, 267, p. 4.

Heel praktisch: in het IMRO-gedeelte, zeg maar ruimtelijkeplannen.nl dat te zien blijft via het DSO, kunnen geen geconsolideerde plannen getoond worden. Alleen al om die reden moeten alle wijzigingen op het omgevingsplan voldoen aan de nieuwe standaarden. In het DSO is straks een geconsolideerde versie van het omgevingsplan te zien. Het geconsolideerde geeft de illusie van helderheid en rust in planvorming.

Het is voor elke gemeente heel belangrijk om een goede standaard voor het nieuwe omgevingsplan in orde te hebben. Een casco-omgevingsplan dat op maat gemaakt is voor de gemeente. Waar jij mee kunt werken. Als dat eenmaal staat in het nieuwe deel van het omgevingsplan, dan wordt het wijzigen eenvoudiger. De wereld om ons heen alleen niet :-).

In het volgende blog wordt aandacht besteed aan het 1e wijzigingsbesluit omgevingsplan.