Geluid omgevingsplan is ook voor omgevingsdiensten lastig
De gemeente Winterswijk doet mee met onze praktijksessies uit de Leergang ‘Zelfstandig werken met het nieuwe omgevingsplan‘. Samen met de ODA (Omgevingsdienst Achterhoek) hebben we in sessie 3 het onderdeel geluid doorgenomen. Het was leerzaam voor zowel gemeente als ODA.
Voor de meeste RO-ers is geluid een lastig onderwerp waar ze tegenop zien. Toch gaat het lukken als je wekelijks kleine stapjes zet. We helpen jullie daar graag mee.
Niet meer elk wissewasje uitbesteden aan een stedenbouwkundig bureau!
Geluid is een onderwerp dat RO-ers liever aan de omgevingsdienst overlaten. Maar ook voor de omgevingsdienst is geluid in het omgevingsplan lastig. Dat komt omdat zij geluid vooral vanuit de technische bril bekijken. Ze weten meestal niet hoe geluid in het nieuwe deel omgevingsplan geregeld kan worden. Is dat erg? Nee, helemaal niet.
Daarom is het zo belangrijk om regelmatig met elkaar te sparren en om de tafel te gaan zitten. En vooral, maak het onderwerp geluid klein en behapbaar. Zowel voor de gemeente als ook de omgevingsdienst. De grootste smoes om maar niet te beginnen is: ‘we moeten eerst nog beleid maken, daarna kunnen we pas beginnen‘. Ja, ongetwijfeld, maar de kunst is te beginnen en ervaring op te doen met het nieuwe omgevingsplan. Je boekt de meeste vooruitgang door te beginnen, door praktisch te oefenen. Door regels te maken en bijvoorbeeld al in Rx.Base te zetten. En vooral, laat je perfectionisme los! Je gaat ongetwijfeld veel fouten maken.
Tijdens de praktijksessie over geluid met de gemeente Winterswijk hebben we geluid ‘platgeslagen’ en concreet gemaakt voor de gemeente. Wat moet er nu gebeuren? Welke gebieden zijn relevant? Welk akoestisch onderzoek moet er nu worden uitgevoerd? Begin bijvoorbeeld alvast met akoestisch onderzoek naar gemeentelijke wegen. We hebben alvast een actielijst opgezet voor het onderwerp geluid voor de gemeente. Zo, de eerste stap in geluid is gezet!
Door RO-ers bij gemeenten wordt de Bruidsschat gezien als ‘iets dat voor de omgevingsdienst is‘. Of ‘dat nemen we t.z.t. nog wel op‘. Het onderwerp heeft geen prioriteit voor het nieuwe omgevingsplan. De focus voor de opbouw van het nieuwe omgevingsplan ligt vooral bij de grote onderwerpen, zoals geluid. En dat is nou net het probleem. De onderwerpen zijn té groot. Waar begin je?
Onderschat vooruitschuiven niet – De gemeente heeft immers tot 2032 de tijd om een selectie uit de Bruidsschat te maken en te verplaatsen naar het nieuwe deel omgevingsplan. Dus wat doen wij mensen? Vooral vooruitschuiven: ‘Er moet eerst nog beleid gemaakt worden‘. Je kunt eindeloos vooruitschuiven… er is altijd wel een reden te vinden.
Een nieuw omgevingsplan opbouwen, dus de opbouw van het casco en het vullen met nieuwe regels, is vooral ook psychologie. Wij mensen houden niet van veranderingen en houden graag vast aan het oude en bekende. Ja, niets menselijks is me vreemd :-).
De afgelopen 3 jaren zijn wij bezig geweest met de opbouw van casco’s-op-maat voor 5 gemeenten. Heel leerzaam en het was vooral ook heel hard werken, dealen met weerstand, weg willen lopen, doorzetten en afzien. Het heeft ook veel opgeleverd: veel nieuwe inzichten in de opbouw van een casco, een 6 STAPPEN-aanpak, het platform start-omgevingsplan en vooral ook veel mensenkennis.
Dealen met weerstand van collega’s, stroef samenwerken, verdwalen in wetgeving en STOP-TPOD, abstracte handreikingen, etc. Je leest er nooit over. Het wordt erg onderschat in het proces van het nieuwe omgevingsplan.
Wat ik vooral hoor van RO-ers: ‘we hebben het veel te druk‘. Klopt, er ligt nog veel werk van aanvragen die vóór 1 januari 2024 zijn ingediend. Moet allemaal afgehandeld worden door weinig mensen. Toch is het ook een kwestie van prioriteiten stellen en een paar uurtjes per week in je agenda dichttimmeren voor het nieuwe omgevingsplan. Leg je smartphone weg en begin. Het gaat niet vanzelf, jij moet ook moeite doen.
Begin met een kleine stap – Dé manier om iets heel groots als een nieuw omgevingsplan aan te pakken is: heel klein beginnen. Als de stap te groot is, beginnen we niet. We schuiven het vooruit en het wordt een nog grotere drempel. Ga dus niet alleen af op lijstjes die de VNG maakt of die de wetgever belangrijk vindt. Betrek vooral ook de menselijke factoren bij de aanpak, zoals weerstand en de angst om fouten te maken.
Waarom trillingen? De Bruidsschat bestaat uit een ratjetoe van regels die veelal niet in lijn zijn met de instructieregels uit het Bkl of de eis van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties uit de Omgevingswet. Onderwerpen als geluid en externe veiligheid moeten eigenlijk als eerste aangepakt worden. Dit zijn alleen héle grote en vrij ingewikkelde onderwerpen. Vooral geluid. Laat dat dus even rusten. Begin eerst met het laaghangend fruit.
Laaghangend fruit uit de Bruidsschat is: trillingen. Dat onderwerp is behapbaar en relatief eenvoudig.
Hoe begin je met trillingen? In het tijdelijk omgevingsplan is het onderwerp opgenomen in paragraaf 22.3.5. Voor het nieuwe omgevingsplan is het de bedoeling dat je de regels uit de Bruidsschat kritisch bekijkt en selecteert welke artikelen mee kunnen naar het nieuwe omgevingsplan. In deze stap bekijk je ook de instructieregels over trillingen in het Bkl. Die staan in paragraaf 5.1.4.4 Bkl. Die ga je vergelijken. Dat kun je het beste doen met de omgevingsdienst. Dat doe je niet door een open vraag te stellen, maar een voorzet van regels aan de omgevingsdienst te sturen. Het is dan ook voor hun concreter en beter toetsbaar.
Voorbeeldregels trillingen – We hebben alvast een voorzet voor regels gemaakt. In de download tref je meer informatie aan. Lees die goed door.
*Direct aanmelden via onderstaand formulier kan ook. Het verplicht je tot niets. We nemen eerst telefonisch contact op en spreken het met je door. Daarna beslis je of het iets voor je is.
Gemeenten besteden veel te veel uit. De afgelopen 13 jaar is de gewoonte ontstaan bij afdelingen ruimtelijke ordening om vrijwel alles op het gebied van ruimtelijke planvorming uit te besteden aan stedenbouwkundige bureaus.
De gemiddelde RO-medewerker bij een gemeente is verworden tot een doorgeefluik tussen aanvrager, adviesbureau en omgevingsdienst. De RO-ambtenaar staat aan de zijkant van het voetbalveld en doet zelf niet actief mee. Zo jammer!
Dat is eigenlijk heel vreemd. De meeste medewerkers op die afdelingen bij de gemeente zijn hoog opgeleid (HBO of WO). Zeg nou zelf: je kunt toch veel meer dan planologische procedures begeleiden, andermans werk controleren of mails doorsturen naar de omgevingsdienst? Heel gek dat het zo gaat, want veel kennis blijft zo onbenut en wordt ook niet echt gestimuleerd. Dat kan echt anders!
Waarom bij het omgevingsplan?
het omgevingsplan is voor iedereen nieuw, ook voor bureaus. Iedereen begint min of meer opnieuw
taak van de gemeente: het vaststellen van een omgevingsplan is een gemeentelijke taak, daar hoort ook inhoudelijke kennis bij
Regie terug in planvorming: de gemeente moet de lijnen uitzetten bij planvorming, niet de marktpartijen.
Inhalen van achterstand: zonder praktische oefeningen met het omgevingsplan, doe je geen praktische kennis op. Ga er dus mee werken.
Doorbreken van vicieuze cirkel: het opbouwen van een nieuw omgevingsplan kost tijd. Door er nu mee te beginnen, doe je kennis op en bouw je gestaag aan het nieuwe omgevingsplan.
Het is leuk om nieuwe kennis op te doen!
Hoe begin je?
Om een goed begin te maken, helpen wij je graag op weg. Doe mee met de cursus ‘In 6 stappen naar een nieuw omgevingsplan!‘. In 10 praktische sessies bouw je samen met je collega’s aan het nieuwe omgevingsplan. Meer lezen. Eerst uitproberen? Doe mee met een proefles.
Omgevingswet, meer een IT-project dan wetgeving. Vragende gezichten kijken me aan. Hoezo, geen wetgeving? Het is toch een wet?
Degenen die al enige tijd bezig zijn met het bouwen of ontwerpen van een casco-omgevingsplan voor het nieuwe omgevingsplan, zullen het grotendeels met me eens zijn. Het is een vreemde ervaring. In het begin keek ik er vooral naar met een juridische blik. Gaandeweg, vooral toen we met de software gingen werken, werd dat beeld anders.
Het neerzetten van een casco in software heeft heel veel te maken met de architectuur ervan en de koppeling met werkingsgebieden. Wat is de handigste manier? In de meeste casco’s zijn veel activiteiten en functies losgetrokken. Ze kunnen in een apart hoofdstuk zijn opgenomen. Als jurist is het vreemd om zo’n casco te doorgronden. Vooral omdat je bestemmingsplannen gewend bent. Voor de software en de koppelingen kan het juist handig zijn om scheidingen aan te brengen en korte artikelen te gebruiken. Je moet zowel denken aan de juridische structuur en samenhang als ook aan de digitale structuur. Dit zijn twee aparte werelden. De kunst is om die werelden te combineren.
Vergeet de praktijk niet. En kun je de structuur uitleggen? Begrijp je wat er in staat? Is het omgevingsplan goed leesbaar en begrijpelijk voor de gebruiker? Zit er nog juridische samenhang in? Voldoet het ook aan het rechtszekerheidsbeginsel of zit het omgevingsplan boordevol open en vage normen die onduidelijkheid creëren?
Denk eraan dat het in de praktijk nog steeds gaat om het gebruik van gronden of het bouwen van een bouwwerk. Heb ik een vergunning nodig? Moet ik een melding doen voor mijn bedrijf? Het zijn praktische vragen van de gebruiker die het omgevingsplan moet kunnen beantwoorden. Regelanalisten kunnen een omgevingsplan onnodig moeilijk maken en denken niet aan de praktijk. Probeer hier evenwicht in te vinden. Het digitale omgevingsplan moet dienstbaar zijn aan mensen, en niet andersom!