Omgevingswet, meer een IT-project dan wetgeving. Vragende gezichten kijken me aan. Hoezo, geen wetgeving? Het is toch een wet?

Degenen die al enige tijd bezig zijn met het bouwen of ontwerpen van een casco-omgevingsplan voor het nieuwe omgevingsplan, zullen het grotendeels met me eens zijn. Het is een vreemde ervaring. In het begin keek ik er vooral naar met een juridische blik. Gaandeweg, vooral toen we met de software gingen werken, werd dat beeld anders.

Het neerzetten van een casco in software heeft heel veel te maken met de architectuur ervan en de koppeling met werkingsgebieden. Wat is de handigste manier? In de meeste casco’s zijn veel activiteiten en functies losgetrokken. Ze kunnen in een apart hoofdstuk zijn opgenomen. Als jurist is het vreemd om zo’n casco te doorgronden. Vooral omdat je bestemmingsplannen gewend bent. Voor de software en de koppelingen kan het juist handig zijn om scheidingen aan te brengen en korte artikelen te gebruiken. Je moet zowel denken aan de juridische structuur en samenhang als ook aan de digitale structuur. Dit zijn twee aparte werelden. De kunst is om die werelden te combineren.

Vergeet de praktijk niet. En kun je de structuur uitleggen? Begrijp je wat er in staat? Is het omgevingsplan goed leesbaar en begrijpelijk voor de gebruiker? Zit er nog juridische samenhang in? Voldoet het ook aan het rechtszekerheidsbeginsel of zit het omgevingsplan boordevol open en vage normen die onduidelijkheid creëren?

Denk eraan dat het in de praktijk nog steeds gaat om het gebruik van gronden of het bouwen van een bouwwerk. Heb ik een vergunning nodig? Moet ik een melding doen voor mijn bedrijf? Het zijn praktische vragen van de gebruiker die het omgevingsplan moet kunnen beantwoorden. Regelanalisten kunnen een omgevingsplan onnodig moeilijk maken en denken niet aan de praktijk. Probeer hier evenwicht in te vinden. Het digitale omgevingsplan moet dienstbaar zijn aan mensen, en niet andersom!

Lees meer in het interview op Omgevingsweb.nl.