Nieuw omgevingsplan? Het belang van het rechtszekerheidsbeginsel
Tijdens een praktijksessie die ik gaf voor de gemeente Steenwijkerland over het juridische casco-omgevingsplan, kwam het ter sprake: het rechtszekerheidsbeginsel.
Het klinkt heel saai, maar is ozo belangrijk voor het nieuwe omgevingsplan voor de gemeente.
Wat is het ook al weer? Het komt er op neer dat regels voldoende duidelijk moeten zijn. Er mag geen misverstand ontstaan over de rechten en plichten van burgers ten opzichte van de overheid. De Raad van State geeft aan dat regels ‘voldoende bepaald‘ dienen te zijn. Een planregel mag wel flexibiliteit bevatten, maar mag niet te vrijblijvend of te vaag zijn.
Het nieuwe omgevingsplan moet ook voldoen aan het rechtszekerheidsbeginsel. Als je kijkt naar nieuwe omgevingsplannen die zijn opgesteld – meestal Chw-bestemmingsplannen verbrede reikwijdte – dan voldoen die hier vaak niet aan. Er zijn al best veel van die plannen gesneuveld bij de Raad van State vanwege strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Er staan veel open normen in, zoals:
- passende maatvoering
- voldoende stedenbouwkundige kwaliteit
- evenwichtige verdeling
- voldoende duurzame ontwikkeling
Vaak verschilt de nadere invulling van deze normen van geval tot geval. Belangrijk is om in de planregels op te nemen wat de passende maatvoering is, zoals maximale hoogte 6 m of bijvoorbeeld maximaal 25.000 m2 aan vloeroppervlakte. Er moet dus een begrenzing in de regels zitten. De flexibiliteit van open normen mag dus niet ten koste gaan van de rechtszekerheid die aan burgers geboden moet worden.
De standaard-uitspraak van de Raad van State over dit onderwerp is nog steeds ABRS 27 oktober 2021, no. 201906673/2/R1. Lees ‘em weer eens door. Ik verwacht dat die ook belangrijk blijft voor het nieuwe omgevingsplan. Hou er dus rekening mee bij het opstellen van het nieuwe omgevingsplan!