Vanuit het Rijk is er steeds meer interesse in gezondheid en de fysieke leefomgeving. Met name COVID 19 heeft dit proces versneld. Volgens een brief van 16 april 2021 is de nieuwe Omgevingswet er op gericht om een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit te bereiken en in stand te houden en de fysieke leefomgeving zodanig te beheren, te gebruiken en te ontwikkelen dat alle maatschappelijke functies ook op de lange termijn duurzaam vervuld kunnen worden. Het klinkt allemaal prachtig, maar hoe kan het praktisch geïmplementeerd worden?
  • stimuleren van lopen, wandelen en fietsen
  • stimuleren van gezonde voeding (invoeren van suikertax?)
  • aanleg parken, nieuwe natuur of landschap
  • vermindering luchtvervuiling, lichtvervuiling, geluidhinder
  • gebruikmaken van deelauto’s
  • reduceren van risico’s infectieziekten
In de brief staat ook dat de Omgevingswet beleidsmakers meer ruimte geeft om een gezonde en groene fysieke leefomgeving te ontwikkelen. Dat is natuurlijk onzin. Daar is geen wet voor nodig, wel lef. Lef van een gemeentebestuur om voor groen te kiezen in plaats van stenen. Lef om voor groen te kiezen in plaats van directe financiële opbrengsten, etc. Lees verder deze brief.