De afgelopen 10 jaar zijn steeds meer bouwwerken vergunningvrij geworden. Dat zijn over het algemeen bouwwerken met een relatief klein impact op de omgeving. In grote lijnen wordt dat uitgangspunt onder Omgevingswet voortgezet.

De kern van de vergunningplicht is artikel 5.1 Omgevingswet. In dit artikel worden de activiteiten genoemd die vergunningplichtig zijn. In de toelichting van de wet staat aangegeven dat dit artikel vergelijkbaar is met artikel 2.1 Wabo. Er wordt alleen niet meer gesproken van project, maar van activiteit.

In de Omgevingswet bestaan 2 vergunningplichten voor bouwactiviteiten:

  • vergunningplicht voor bouwen: de bouwtechnische toets
  • vergunningplicht voor omgevingsplanactiviteiten: de ruimtelijke toets

Het Bbl bevat 2 lijsten van activiteiten waarvoor geen vergunning nodig is:

  • artikelen 2.25 t/m 2.27: voor deze gevallen geldt een bouwtechnische toets. De gevallen die buiten deze lijst vallen zijn hiervan vrijgesteld.
  • artikel 2.29: deze gevallen zijn vrijgesteld van de ruimtelijke toets.

Belangrijk is dat gemeenten in het omgevingsplan zelf de vrijheid hebben om te bepalen welke omgevingsplanactiviteiten vergunningvrij zijn of niet.

Welke stappen zetten? – Om te bepalen welke categorieën van vergunningvrije bouwwerken uiteindelijk in het nieuwe deel van het omgevingsplan kunnen worden opgenomen is het belangrijk de volgende stappen te doorlopen:

  • welke instructieregels zijn er over vergunningvrije bouwwerken van het Rijk?
  • welke instructieregels zijn er over vergunningvrije bouwwerken van de provincie? Denk aan monumenten.
  • in welke gebieden wil de gemeente, aanvullend op de rijksregels, vergunningvrije bouwwerken mogelijk maken? Kan dat overal? Het is belangrijk om dat in beeld te brengen.

Opvallende wijzigingen in het nieuwe stelsel

  • Er wordt geen onderscheid gemaakt in voor- en achterzijde (achtererfgebied) als het gaat om de vergunningvrije activiteiten voor de bouwtechnische toets. Alle bijbehorende bouwwerken van maximaal 5 meter hoog, zonder dakterras of balkon, zijn vergunningvrij voor de bouwtechnische toets, zie artikel 2.25 Bbl.
  • Bijbehorende bouwwerken komen niet meer voor op de lijst van vergunningvrije bouwwerken voor de ruimtelijke toets, zie artikel 2.29 Bbl. Dat betekent dat alle bijbehorende bouwwerken weer vergunningplichtig worden, tenzij de gemeente in het nieuwe deel van het omgevingsplan aangeeft dat deze vergunningvrij zijn. Voor het tijdelijke omgevingsplan vult de Bruidsschat dit ‘gat’ op met de artikelen 22.27 en 22.36.

Ons advies: neem de gevallen van bouwwerken uit artikel 22.27 van de Bruidsschat op in het nieuwe deel van het omgevingsplan als ‘ruimtelijk’ vergunningvrij. Een uitzondering kan gemaakt worden voor monumenten, zoals staat opgenomen in artikel 22.28 Bruidsschat.

Een StartOmgevingsplan helpt de gemeente op weg!

Vanaf 1 juli 2023 moet elke gemeente het omgevingsplan kunnen wijzigen. Met een StartOmgevingsplan lukt het:

  • op maakt gemaakt voor de gemeente, geleverd in software
  • volledige integratie van (instructie- en milieu)regels uit Bkl, provinciale regels, bestemmingsplannen en gemeentelijke verordeningen
  • toekomstproof: het casco kan verder uitgebouwd worden door gemeente of stedenbouwkundig bureau
  • bespaart veel tijd
  • hulp en begeleiding van ervaren omgevingsjurist of planoloog
  • vaste prijs, onder aanbestedingsbedrag

Bel 010 – 307 2273 of mail naar contact@omgevingsplanonline.nl

startomgevingsplan