Rijksoverheid pakt regie terug bij woningbouw – Goed nieuws! De Rijksoverheid neemt eindelijk weer de regie bij een van de basisbehoeften van mensen: een dak boven het hoofd. De laatste jaren is de tendens: decentralisatie en vrijwel alle taken naar de gemeente. De Omgevingswet is hier nog een uitvloeisel van. Terwijl de Omgevingswet nog niet eens in werking is getreden, zien we nu weer terugtrekkende bewegingen. Op zich goed dat er weer regie komt vanuit de Rijksoverheid.
Volgens minister de Jonge is volkshuisvesting één van de prioriteiten van het nieuwe kabinet. In deze kabinetsperiode moeten er volgens de minister 100.000 woningen per jaar worden gebouwd, dus sneller bouwen. Met woorden als ‘sneller, actielijnen, strakker sturen, aanpakken en tempo’ ziet deze boodschap er flitsend en doortastend uit. Wie is daar nu op tegen? Helaas is de praktijk weerbarstiger. Je kunt de formele wettelijke procedures korter maken, maar aan de voorbereiding aan de voorkant bij bouwprojecten wordt het voor gemeenten en initiatiefnemers steeds lastiger. Er worden steeds meer eisen aan participatie gesteld door gemeenten en het wordt uitgebreider. Ook dit klinkt heel goed, mensen meer inspraak geven. Ook hier geldt: hoe kun je daar nu op tegen zijn? Er is niets op tegen, maar goede participatie neemt veel tijd in beslag. En ook kun je niet iedereen tevreden stellen. Het probleem is dat de Rijksoverheid allebei wil: meer participatie en sneller bouwen. Dat is een illusie.
Sneller bouwen kan niet door lawine aan onderzoeksverplichtingen – Daarnaast moeten er heel veel onderzoeken worden gedaan door initiatiefnemers: onderzoeken naar luchtkwaliteit, flora en fauna, geluid, stikstof, archeologie, enz. Dat neemt veel tijd in beslag. Nadat de onderzoeken zijn opgesteld moeten ze worden beoordeeld door omgevingsdiensten. Ook dit kost tijd, ga rustig uit van 6 weken. Vervolgens moeten initiatiefnemers de onderzoeken weer aanpassen vanwege opmerkingen van de omgevingsdienst, ook dit duurt eindeloos. De aangepaste onderzoeken moeten weer terug naar de omgevingsdienst ter beoordeling. Deze kampen ook nog met personeelstekorten waardoor het vaak langer duurt. Nu maar afwachten of ze goed zijn aangepast. Je bent zo 3 tot 6 maanden verder aan beoordeling.
Daarna gaan de formele procedures lopen. Ook hier geldt weer uitgebreide inspraak, mensen kunnen zienswijzen indienen. Als er veel reacties binnenkomen, kost het gemeenteambtenaren veel tijd om deze van een reactie te voorzien. Of onderzoeken moeten worden aangepast, vervolgens weer ter beoordeling naar omgevingsdienst, enz. Vervolgens de raadsvergadering. De meeste raadsvergaderingen zijn 1x per 6 weken, er gaat weer heel veel tijd overheen. Raadsleden die allerlei vragen stellen, ook hier weer mogelijkheden tot inspreken voor burgers. Tegen het raadsbesluit staat vervolgens beroep open bij de Raad van State. Ook dit kost weer heel veel tijd.
Kortom, roep als minister niet zo simpel dat het allemaal sneller moet. Als je dat wil, schaf dan bijvoorbeeld alle inspraak of participatie af of alle onderzoeksverplichtingen. Dan gaat het écht een stuk sneller!