Plattelandswoning en Omgevingswet
Onder de Wro en Wabo – Over de plattelandswoning zijn al veel uitspraken van de Raad van State verschenen. Hoewel de bedoeling van de wetgever ooit goed was, is de praktijk weerbarstig. Een voormalige agrarische bedrijfswoning die planologisch wordt omgezet naar plattelandswoning wordt niet langer beschermd tegen emissie van het naastgelegen agrarische bedrijf waartoe de woning voorheen behoorde. So far so good zou je zeggen. De belangenafweging die de gemeente moet maken is echter veel uitgebreider dan dat aspect van een goede ruimtelijke ordening ingevolge de Wro. In een uitspraak van de Afdeling van 19 januari 2022 wordt dat nog eens mooi uiteen gezet. Het verdere onderdeel van de bedrijfsvoering van de agrariër dient ook te worden meegenomen, zoals beperking van uitbreidingsmogelijkheden in de toekomst. Daarnaast uiteraard het woon- en leefklimaat van de woning zelf. Hoe zit dat onder de Omgevingswet? Blijft dit hetzelfde?
Onder de Omgevingswet – Ook onder de Omgevingswet kan een voormalige agrarische bedrijfswoning worden omgezet naar plattelandswoning. Dit kan via een omgevingsplan of via de weg van een omgevingsvergunning. In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) zijn een aantal artikelen opgenomen die gaan over de plattelandswoning. Artikel 5.62 Bkl bepaalt onder meer dat het omgevingsplan kan bepalen dat betreffende waarden, zoals geluid, niet van toepassing zijn op een geluidgevoelig gebouw dat eerder functioneel verbonden was met die activiteit. Dit geldt ook voor het onderdeel trillingen (artikel 5.85 Bkl), slagschaduw bij windturbines (artikel 5.89e) en geur (artikel 5.96). De bepalingen gelden eveneens voor voormalige bedrijfswoningen op bedrijventerreinen en bij horeca. De bepalingen zijn dus uitgebreider dan onder de Wro en Wabo. Luchtkwaliteit is niet meegenomen. Voor dat aspect wordt geen onderscheid gemaakt tussen plattelandswoningen en ‘normale’ woningen.
Pas een brede belangenafweging toe – Hoewel de accenten van de Omgevingswet anders liggen dan in de Wro, verandert er voor de gemeente bij de afweging van belangen niet zo veel. Let er goed op dat het agrarische bedrijf niet wordt belemmerd in de bedrijfsvoering in brede zin. Dat is meer dan de onderdelen die worden genoemd in bovengenoemde artikelen. Een boerenbedrijf kent weinig rust en gaat 7 dagen per week door. Met name in de veeteelt is dat het geval. Dat is een ander ritme dan die van de bewoners van de plattelandswoning met doorgaans een kantoorbaan. Die willen rust in het weekend. Houd rekening met dit soort praktische ‘boerenverstand’ aspecten. Verder is de praktijk weerbarstig. Een boerenbedrijf heeft nu eenmaal ruimte nodig voor de activiteiten.
Op 1 januari 2023 moet de gemeente het omgevingsplan kunnen wijzigen. Hoever ben jij met de voorbereidingen? Met een start-omgevingsplan is de gemeente goed voorbereid.