Zoals eerder gepubliceerd is de Omgevingswet een enorm groot traject. Een containerschip dat op gemeenten afkomt, lastig bij te sturen, vaak uit koers maar het komt op de plek van bestemming. Veel mensen zien het als een groot wetgevingstraject. Ik zie het meer als een groot ICT-project met grote gevolgen voor gemeentelijke organisaties. Het past ook goed in de steeds verder oprukkende digitalisering van de samenleving. Het zal op termijn ook banen gaan kosten bij de overheid. Mensen die vervangen gaan worden door algoritmes. Is dat erg? Het is maar hoe je er tegen aan kijkt. Het zal ongetwijfeld ook weer nieuwe banen creëren. Wat me wel bezorgd maakt is de ontmenselijking van de overheid. De toeslagenaffaire heeft al duidelijk gemaakt wat er gebeurt als systeemdenken de overhand krijgt in plaats van het gezonde verstand. Na meer dan 20 jaar ervaring bij en met gemeenten is me inmiddels wel duidelijk geworden hoe belangrijk persoonlijk contact is bij gemeentelijke dienstverlening. Een probleem bespreken met een ambtenaar onder het genot van een kop koffie kan veel bijdragen tot een oplossing.

Standaard-vergunningen kunnen prima door algoritmes worden afgedaan. Digitale tools zijn vaak goede hulpmiddelen en ook fascinerend. Met een VR-tool al een huis binnenwandelen dat je wil kopen is een prachtig hulpmiddel. We kunnen ook niet meer zonder. We leven op dit moment echter in een tijd waar de ontmenselijking in gang is gezet door de overheid: er is een heilig geloof in QR-codes om een virus te bestrijden, zonder gebruik te maken van gezond menselijk verstand. Het systeemdenken staat voorop. De realiteit is echter dat de praktijk weerbarstig is en niet een rechte lijn van A naar B. Een groot aantal zaken in het leven is niet standaard, er moeten afwegingen worden gemaakt door mensen met gezond verstand, er moet overleg gevoerd worden en naar elkaars standpunten worden geluisterd. Dat geldt ook voor de ruimtelijke ordening.

In de uitvoeringspraktijk is het belangrijk om in de geest van de wet te denken: ‘wat is de bedoeling van deze wet?’, ‘waarom is deze regel er?’, enzovoorts. Sommige regels uit ruimtelijke plannen blijken in de praktijk niet te werken. Dat is niet altijd te voorzien. Ook daar worden fouten gemaakt. Ook dat is menselijk. Het is ook menselijk om die te kunnen herstellen. Wat verder belangrijk is voor de praktijk is om bij de uitvoering na te denken over de praktische gevolgen van een regel. Hoe hard pakt die uit voor een individu of bedrijf? Proportionaliteit en redelijkheid zijn hierbij heel belangrijk. Is het middel niet erger dan de kwaal? Niet zo maar regeltjes gaan uitvoeren omdat het systeem dat vraagt. Om zo te denken vraagt ervaring maar ook lef. Blijf niet angstig hangen in regeltjes en systemen, maar durf praktisch te denken voor mensen. Dat betekent niet dat mensen altijd hun zin moeten krijgen, ‘nee’ is ook een antwoord. Besef dat wetgeving er is voor mensen en niet andersom!