Omgevingsplanactiviteit

De Invoeringswet Omgevingswet (34 986, no. 3, MvT) heeft gezorgd voor een wijziging van de term ‘afwijkingsactiviteit’ naar de term ‘buitenplanse omgevingsplanactiviteit’. Met deze laatste term worden alle vergunningplichtige activiteiten die verband houden met het omgevingsplan met samenhangende termen aangeduid.

Alle vergunningplichtige activiteiten die verband houden met het omgevingsplan worden aangeduid met de term ‘omgevingsplanactiviteit’. Artikel 1.1 van de Omgevingswet luidt:

  • een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
  • een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of;
  • een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan.

De buitenplanse omgevingsactiviteit wordt als volgt omschreven:

  • een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of
  • een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan.

Volgens de MvT bij de Invoeringswet gaan er voor de buitenplanse omgevingsactiviteiten aanvullende regels gelden. Zo zal de gemeenteraad ten aanzien van deze buitenplanse omgevingsactiviteiten de mogelijkheid krijgen gevallen aan te wijzen waarin het een adviesbevoegdheid heeft en kunnen Gedeputeerde Staten gevallen aanwijzen waarvoor het een advies- en instemmingsbevoegdheid heeft. Lees meer op p. 56-58 van de MvT van de Invoeringswet Omgevingswet.