Omgevingsplanactiviteit voor bouwen: de gemeente is aan zet!
Eén van de meest ingrijpende wijzigingen voor de dagelijkse praktijk is dat gemeenten zelf gaan bepalen of er al dan niet een vergunning nodig is voor het bouwen van een bouwwerk. In het omgevingsplan kan er een vergunningplicht worden opgenomen. Volgens de Invoeringswet Omgevingswet (MvT p. 64) is hierbij de gemeente aan zet!
De vergunningplicht voor bouwwerken wordt niet meer op centraal landelijk niveau geregeld, maar op decentraal (gemeentelijk) niveau in het omgevingsplan. Dit betreft een omgevingsplanactiviteit.
Naast een vergunning voor het bouwen kan er ook een vergunning nodig zijn voor de staat waar het bouwwerk aan moet voldoen.
Persoonlijk vind ik dat er veel te veel op het bordje van de gemeente wordt neergelegd. Naast de grote hoeveelheid werk acht ik het ook niet juist dat de wetgever een dergelijke grote verantwoordelijkheid bij het lokale bestuur neerlegt. De praktijk is namelijk dat de meeste gemeenten een ernstig capaciteitstekort hebben aan personeel – er is de laatste jaren fors bezuinigd op afdelingen die zich met ruimtelijke ordening en vergunningen bezighouden – en vanwege mede het kennistekort dit uitbesteed zal gaan worden aan adviesbureaus. Hoewel ik zelf als adviseur graag gemeenten ondersteun, kan het m.i. niet de bedoeling zijn dat in feite adviesbureaus gaan bepalen welke bouwwerken er al dan niet vergunningplichtig zijn of worden. De meeste kennis ligt namelijk niet meer bij gemeenten. Vrijwel alles wordt uitbesteed aan adviesbureaus. Ik vind dit een zorgwekkende ontwikkeling. Een goed functionerende maatschappij heeft ook een sterke overheid (lees: gemeente) nodig en geen ja-knikkers.