Van tijdelijk omgevingsplan naar volwaardig omgevingsplan. Zoals eerder bericht is deze weg te zien als een lange reis. De weg naar een volwaardig omgevingsplan is een reis met omwegen, dan weer recht op het doel af, een steegje in, een spurt maken en vervolgens weer een stap terug doen. Soms verwarrend, frustrerend en dan weer zeker weten dat het goed gaat. Er zijn inmiddels heel veel handreikingen in omloop. Goed bedoeld, maar lang niet altijd bruikbaar. De auteurs weten de theoretische aspecten vaak goed te benoemen, de praktijk is echter weerbarstiger. Het ‘plat slaan’ van de theorie en het om weten te zetten naar iets dat ook praktisch werkt is de kunst. Dat vergt oefening, van fouten leren en een lange adem.

De doelen van de wetgever, zoals deregulering en vereenvoudiging, zijn mooi en nastrevenswaardig. Het is echter niet zo simpel. Bij een doel als deregulering moeten er in de praktijk keuzes worden gemaakt. Tijdens onze zoektocht kwamen we er achter door gesprekken met vergunningverleners dat bepaalde artikelen uit bijvoorbeeld de APV – die een link hebben met de fysieke leefomgeving – nooit worden gebruikt. Je zou zeggen: ‘weg met die regels’! Vanuit de gemeente werd vaak gezegd: ‘laat toch maar staan, misschien hebben we dit toch nog nodig’. Keuzes maken is eng. Dereguleren is keuzes maken en dat vraagt moed. Moed bij ambtenaren, maar ook bij bestuurders. Stel dat ambtenaren de keuze maken en voorstellen aan de raad om de betreffende artikelen in een aanpassingsronde te schrappen, dan is het nog maar de vraag of dit erdoor komt. De raad gaat ook weer vragen stellen, twijfelen en besluit – vaak uit onzekerheid – dat de regels uit de verordening beter intact kunnen worden gelaten. Ze gaan niet mee in het voorstel. Zo worden regels vaak in stand gelaten, ondanks de oproep tot deregulering. De praktijk is weerbarstig en geen rechte lijn van A naar B!