Inmiddels heb je een start gemaakt met het omgevingsplan. In één van de vorige berichten (stap 1) is beschreven hoe je een start kunt maken. De voorbereidingen voor een omgevingsplan kun je het beste in kleine stapjes opknippen om het haalbaar te maken en vol te houden. Het klinkt simpel maar beginnen is de belangrijkste stap! Hoe? Dat lees je hieronder. Dit doen we aan de hand van onze eigen praktijkervaringen.

  • Bruidsschat doornemen

Om te voorkomen dat een ‘gat’ ontstaat tussen het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet (Ow) en het moment dat gemeenten regels opnemen in hun omgevingsplan, is voorzien in de ‘bruidsschat’ (BS). Daarmee gaan de bestaande regels uit de wetgeving per 1 juli 2022 van rechtswege over naar gemeentelijke omgevingsplannen (tijdelijk deel). De Rijksregels uit de BS zijn dus een gegeven per 1 juli 2022 en vormen een soort van overgangsrecht.

Feitelijk is de BS één grote vergaarbak van regels. Bij het lezen kom je erachter hoeveel onderwerpen erin zijn opgenomen: van cultureel erfgoed, geluid, energiebesparing tot aan het uitwassen van beton. Realiseer je dat de BS in zijn geheel dus straks van rechtswege onderdeel is van het tijdelijk gemeentelijk omgevingsplan en je hiermee moet werken in de praktijk. Werk nu met actuele geconsolideerde versies van de Ow met bijbehorende wetgeving. Dat is belangrijk omdat de versies regelmatig worden aangepast.

Voor het nieuwe omgevingsplan moet je regels maken die zijn afgestemd op de gemeente. Dit is ook de kans om ook de andere bestaande planologische regels eens te updaten of te schrappen. Dit kun je doen aan de hand van thema’s die in de BS worden behandeld. Eén van de onderwerpen die belangrijk is voor het omgevingsplan is vergunningsvrij.

Meer vergunningsvrije bouwwerken opnemen in omgevingsplan? In artikel 22.27 BS zijn de vergunningsvrije bouwactiviteiten opgenomen die thans nog in artikel 3 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn geregeld. Deze categorieën bouwwerken moeten wel aan het planologische kader worden getoetst, maar ten aanzien van het bouwen zijn deze vergunningsvrij. Dit beleidsneutrale gedeelte gaat dus over naar het tijdelijke deel van het omgevingsplan.

Voor het nieuwe omgevingsplan is het belangrijk de nieuwe systematiek van vergunningverlening van bouwwerken te leren kennen. Die ziet er op hoofdlijnen als volgt uit. Op grond van artikel 5.1 van de Ow zijn er twee vergunningsplichten voor bouwwerken:

  • vergunningplicht voor technische bouwkwaliteit (zie Bkl)
  • vergunningplicht voor regels uit het omgevingsplan (omgevingsplanactiviteiten)

Deze indeling in technisch bouwen en ruimtelijk bouwen wordt ook wel de harde knip genoemd.

Er zijn samengevat straks 3 categorieën vergunningsvrije bouwwerken:

  1. Vergunningsvrije categorieën bouwactiviteiten (technische toets) op grond van artikel 2.15d Bbl. (Voor deze categorieën bouwactiviteiten hoeft vooraf geen technische toets bouwkwaliteit plaats te vinden. Denk hierbij aan bijbehorende bouwwerken tot een hoogte van 5 meter waar dan ook op een perceel.
  2. Vergunningsvrije categorieën omgevingsplanactiviteiten (ruimtelijke toets) op grond van artikel 2.15f Bbl.
  3. Vergunningsvrije categorieën omgevingsplanactiviteiten op grond van het omgevingsplan.

Praktische tips

  • scan de BS eerst grofmazig, verfijnen kan later
  • maak thema’s van alle onderwerpen die je tegenkomt in de BS
  • wil de gemeente meer vergunningsvrije categorieën opnemen van omgevingsplanactiviteiten?
  • maak een afspraak met de vergunningverleners van de gemeente om de lijst van categorieën van vergunningsvrij te bespreken en af te stemmen;
  • wees niet bang voor fouten, dat hoort erbij.

Voor praktijkvragen bel 010 – 307 2273 of vul onderstaand formulier in.