In het systeem van de Omgevingswet (Ow) is het de bedoeling om zoveel mogelijk gestandaardiseerde begrippen te gebruiken in het omgevingsplan. De begrippen die zijn opgenomen in de Ow hoef je niet op te nemen in het omgevingsplan, omdat deze op grond van artikel 1.1. Ow ook gelden voor het omgevingsplan. Voor de begrippen die zijn opgenomen in de AmvB’s geldt dit niet.
Bij het opnemen van begrippen voor het gemeentelijke omgevingsplan is het belangrijk om kritisch te kijken en vragen te stellen:
- Is het nodig een definitie op te nemen in het omgevingsplan?
- Is het begrip onduidelijk zonder definitie?
- Hanteren we de begrippen zoals die zijn opgenomen in de AmvB’s?
In bestemmingsplannen staan vaak heel veel begrippen. Deze zijn in de loop van de tijd ontstaan en erin geslopen. Vaak door gewoonte, begrippen over te nemen van het oude bestemmingsplan en onvoldoende na te denken of de begrippen wel nodig waren. Het is verleidelijk om allerlei begrippen op te nemen onder het motto ‘baat het niet, dan schaadt het ook niet’. Of uit angst om begrippen te schrappen. De begrippen die staan opgenomen in de AmvB’s staan in een bepaalde context. Soms vanuit een bouwtechnische bril en de andere keer vanuit milieu- of bouwbelangen. Het is belangrijk om je dat te realiseren. Een illustratie hiervan tref je aan in een uitspraak van de Afdeling van 9 februari 2022. In deze uitspraak gaat het om de begrippen wonen en logiesfunctie, elk met een eigen context. Dé definitie bestaat niet.
Ga eens met een stofkam door alle definities die zijn opgenomen in de geldende bestemmingsplannen van de gemeente. Zijn die nog steeds relevant? Gaan we die ook gebruiken voor het nieuwe omgevingsplan? Bekijk jurisprudentie over begrippen. Zijn ze nog actueel? Uit eigen ervaring weten we dat begrippen in bestemmingsplannen vaak pas echt doordringen na juridische procedures of bij het toetsen van bouwplannen. ‘Oeps, dit bouwplan toelaten was niet de bedoeling’. Doe er je voordeel mee bij het maken van het juridische basiscasco voor het nieuwe omgevingsplan.
Vanuit het Rijk is het devies: ga terughoudend om met begrippen in het omgevingsplan. Begrippen moeten ondersteunend zijn en een doel hebben voor het omgevingsplan. Daar zit wat in. Vanuit het Rijk (en VNG) wordt ook standaardisatie van begrippen geadviseerd: de harmonisatie van begrippen. Dat laatste is vooral ingegeven vanuit het DSO-LV (samengevat: ICT-doeleinden of wel machineklaar maken). Op zich prima uitgangspunten, maar mensen die werken of gewerkt hebben in de gemeentelijke praktijk weten ook: de praktijk is weerbarstig, contextafhankelijk en niet altijd te vatten in zwart/wit ICT-terminologie. Dat is een illusie. Ook maakt het gebied waar het plan geldt nogal uit.
Ons motto is: eerst een samenhangend juridisch omgevingsplan, daarna het ICT-gedeelte. De ICT moet dienend zijn aan het omgevingsplan, en niet andersom.